Geef nooit op! Jezelf matsen, is de vijand matsen.
Vierde bericht.
Beste Budoka,
De vorige keer hebben we gezien dat kritisch zijn een belangrijke voorwaarde is om een goede budostudent te kunnen zijn.
Maar er is natuurlijk meer.
Geef nooit op, jezelf matsen, is de vijand matsen.
We hebben ook in een eerder blog gezien, dat door voorkoming van cognitieve dissonantie, mensen geneigd zijn om zichzelf voor de gek te houden. Niemand wil zichzelf als lichamelijk of geestelijk lui zien, of als een afhaker. Maar dat betekent ook dat het moeilijk is om zo’n situatie te herkennen en er wat mee te doen. Het is immers voor je gevoel niet zo.
Dat je geen sukkel hoeft te zijn om hieraan ten prooi te vallen, bewijzen talloze voorbeelden uit de geschiedenis. Generaals en staatslieden zijn hier zeker niet immuun voor.
American soldier Vietnam
Toen de Verenigde Staten soldaten naar de oorlog in Vietnam (1959-1975) stuurden, werden deze soldaten nauwelijks opgeleid in man tegen man gevechten. Men redeneerde dat het niet nodig was, omdat men een heel modern geweer had (M16) en andere tactieken en dat er ‘tegenwoordig’ op een andere manier gevochten werd. Wishfull thinking. Moderne technologie zou het slagveld bepalen. Natuurlijk kon men de redenatie ondersteunen me talloze wetenschappelijke studies en documenten.
Helaas voor de Amerikanen, hadden de Vietnamezen die studies en documenten niet gelezen. Amerikaanse dienstplichtige soldaten, niet opgeleid om een vijand van dichtbij te zien, laat staan er mee te vechten, werden door de soldaten van het Noord Vietnamese leger (NVA) in de dichte jungle aan de bajonet geregen. De NVA had wel veel geïnvesteerd in man tegen man gevechten en had de soldaten er ook tactisch en mentaal op voorbereid. De Vietnamese generaals Ho Chi Min en Giap waren meesters in het buitenspel zetten van enkele sterke punten van de vijand.
NVA bayonettraining
De Amerikanen vertrouwden ten onrechte op hun technologie, omdat dat makkelijker was. Geld was er in deze jaren veel, maar voor kwaliteit van soldaten moet worden gewerkt. En hand to hand combat wordt door veel mensen, ook militairen, als eng gezien. Dus bij militaire leiders speelt deze kwestie altijd, door de eeuwen heen. Tot men met de neus op de feiten wordt gedrukt, vaak te laat. En dit is historisch veel en vaak gedocumenteerd. Zo zijn er aardig wat Amerikaanse soldaten aan een Vietnamese AK47 bajonet geregen.
Volgens Vegetius (Romeins historicus Flavius Renatus Publius Vegetius) trainden de Romeinse soldaten met zwaarden en schilden die twee keer zo zwaar waren als de spullen waar mee ze moesten vechten. “Hun veldslagen waren als bloedige oefeningen en hun oefeningen als bloedeloze veldslagen”. Na geleerd te hebben van verloren oorlogen stonden de Romeinen er om bekend dat ze zichzelf nooit matsten.
Dat je het ook kunt overdrijven bewees de waffen-ss in de tweede wereldoorlog. De oefeningen met scherpe munitie eiste slachtoffers en de ss-soldaten gingen zo graag het nabijgevecht aan dat ze in het begin van de oorlog een buitengewoon hoog percentage gewonden en doden hadden.
Wat betekent dit voor ons budoka?
Staal je geest. Word stoïcijns voor ontberingen waar je niet dood aan gaat of ziek van wordt. Maar wees niet te hard voor jezelf. Hoe dik je spieren ook zijn, een zwaard houden ze niet tegen en op hoge leeftijd is het weg. Maar je geest kan wel scherper zijn dan een zwaard. En een slap lijf is je van geen nut. Behandel jezelf als een goed stuk gereedschap: alleen als je het goed onderhoudt en niet misbruikt, dan heb je er wat aan. Alles wat je hierin laat liggen is een weggever voor de vijand. En in mijn ervaring zijn de budoka die goed worden niet altijd degenen met het meeste talent. Het zijn de budoka die blijven studeren, die bereiken wat! En als je merkt dat je ergens zwak in bent, ga dat niet uit de weg, maar zorg dat je juist dat gaat oefenen en er goed in wordt.
Leonidas
Een mooi voorbeeld is de mentaliteit van de Spartaanse koning Leonidas voor de slag bij Thermopylae (480 vC.). De Perzische keizer Xerxes probeerde de Spartanen angst aan te jagen door (naar waarheid) te vertellen dat als al zijn boogschutters te gelijk schoten, dat dan de zon verduisterde. Met zoveel waren ze. De Spartanen zouden het niet overleven.
De Spartanen waren gewend, van kinds af aan, aan onmogelijke (mentale)opgaven en kansen. En niet bang voor de dood, ze deden niets anders dan oorlogje spelen, dus dan was de dood bekend. Bovendien hadden ze veel vertrouwen in hun vechtkunst. En wisten ze dat om iets te winnen je datzelfde eerst op moet geven. Dus ook het leven.
Thermopylae
Toch baalden ze dat ze moesten vechten gehuld in brons in de Griekse zomerhitte (augustus). Je kunt dan gewoon minder doen. De Grieken zelf kozen bij voorkeur een wintermaand uit. De zon was niet te overwinnen en ook de beste krijger kan een hitteberoerte oplopen.
Dus leonidas zag meteen het voordeel van Xerxes’ dreigement en antwoordde: “Goed idee, die pijlenregen, dan hoeven we ten minste niet in de volle zon te vechten!”
Dewa mata,
Max